De Erfgoedwet eist van initiatiefnemers en ontwikkelaars dat zij bij hun ruimtelijke plannen rekening houden met archeologische waarden en het historisch erfgoed. De archeologische monumentenzorg bestaat uit verschillende processtappen en formeel te doorlopen procedures die bij elkaar de AMK-cyclus worden genoemd. In de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 4.2 (KNA) worden de eisen aan de uitvoering van de verschillende processtappen beschreven. Voor de uitvoering van de processtappen waarbij grondroering plaatsvindt, is een vergunning vereist.
Een quickscan brengt door een korte analyse van een aantal bronnen de risico’s en de te nemen archeologische maatregelen in een plangebied vroegtijdig in kaart. Alleen de belangrijkste basisinformatie wordt verzameld en op grond daarvan wordt beoordeeld of voor de beoogde bodemingrepen een vervolgonderzoek – meestal een archeologisch bureauonderzoek volgens Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA)– moet worden uitgevoerd.
Door de informatie verkregen vanuit een quickscan kan het eventueel benodigde archeologisch vervolgonderzoek – indien überhaupt verplicht - goed voorbereid en ingepland worden. Dit bespaart kosten en voorkomt vertraging tijdens de uitvoering.