T&A Survey is vrijwel dagelijks op pad met meerdere teams om ergens in Nederland de ondergrond in kaart te brengen. Vaak is dit om explosieven uit de Tweede Wereldoorlog (WOII) op te sporen, maar regelmatig ook voor het detecteren van milieukundige verontreiniging, archeologische objecten, ondergrondse obstakels, kabels en leidingen en de opbouw van wegen. Johan Barnhoorn, senior OCE-deskundige bij T&A, blikt terug op interessante vondsten in de afgelopen periode. Allereerst, welke stappen leiden nu eigenlijk tot de vondst van een explosief?
Veldonderzoek vindt normaal gesproken pas plaats als uit
bureauonderzoek blijkt dat een gebied ‘verdacht’ is. Dat wil zeggen dat er sprake is van een aantoonbaar verhoogd risico op het aantreffen van explosieven. Het bureauonderzoek gebeurt aan de hand van archiefmateriaal, waaronder luchtfoto’s uit WOII.
Tijdens het
veldonderzoek wordt er met detectieapparatuur vastgesteld of er objecten in de ondergrond liggen met de eigenschappen die je op basis van het bureauonderzoek zou verwachten. Dit wordt door een dataspecialist handmatig vastgesteld met behulp van software. Deze objecten heten dan verdachte objecten.
Stap drie is de
benadering van de verdachte objecten. De grond boven het object wordt handmatig of met een beveiligde kraan afgegraven. Hierbij is altijd een senior OCE-deskundige aanwezig.
Welke interessante vondsten heeft T&A recentelijk gedaan? Een opvallende vondst was die van een munitieopslagplaats met circa 300 munitieartikelen (waaronder handgranaten) in een voormalige greppel in de gemeente Veghel. Een vondst als die van 17 Duitse raketten/raketmotoren in de gemeente Leudal (Limburg) komt ook niet elke dag voor.
Begin 2015 hebben wij op een voormalig
Defensieterrein in de gemeente Ede in totaal twee Amerikaanse 260 lbs vliegtuigbommen aangetroffen. Een van de bommen lag vlak naast een tijdelijk bejaardenhuis en de andere nog geen 100 meter verderop. Ook zijn er Hollandse, Duitse en Engelse mortiergranaten, Amerikaanse 75 mm munitie, grote hoeveelheden kleinkaliber munitie en diverse restanten van oorlogsmaterialen gevonden.
Al wat langer geleden zijn bij werkzaamheden in de uiterwaarden in de
gemeente Arnhem vier Amerikaanse 260 lbs vliegtuigbommen aangetroffen. Nadat het gebied explosievenvrij is verklaard, is het gehele onderzochte gebied afgelopen jaar ontgraven. Hierbij zijn geen explosieven meer aangetroffen. Een betere kwaliteitscheck van ons werk is niet denkbaar en het is goed om vast te stellen dat we ook de kwaliteit leveren die we willen.
Wat gebeurt er met de vondsten? De vondsten worden tijdelijk veiliggesteld in afwachting van de overdracht aan de EOD. Kleinere explosieven worden veelal in een speciaal beveiligde munitiecontainer opgeslagen. Vliegtuigbommen laten we liggen in het veld. Om te voorkomen dat er mensen komen kijken zorgen we ervoor dat de vondst niet naar buiten wordt gebracht. Als dit wel het geval is worden er maatregelen genomen die het onmogelijk maken om in de buurt van het explosief te komen. In overleg met het bevoegd gezag en EOD wordt dan bepaald waar de explosieven vernietigd gaan worden en welke maatregelen noodzakelijk zijn om de veiligheid van omstanders en omwonende te garanderen. Dit kan bijvoorbeeld door het ontruimen van het gebied rondom de springlocatie in combinatie met het aanbrengen van zand op de explosieven of het plaatsen van met zand gevulde containers.