In opdracht van het Hoogheemraadschap Rijnland hebben T&A Survey en ADC Archeo- Projecten in februari 2017 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op het oostelijke sluiseiland van het Rijnlands sluisje in Halfweg. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de aanleg van een extra doorstroomopening voor Zijkanaal F in het oostelijke sluiseiland.

Een groot deel van het eiland zal hiervoor tot op grote diepte volledig worden weggegraven. Vooronderzoek heeft aangetoond dat hier de Spaarndammerdijk en mogelijk resten van een verdedigingswerk en van een voorganger van het sluizencomplex liggen. Op het westelijke sluiseiland is in 2011-2012 door RAAP de fundering van een Napoleontische toren gevonden. Links op de kaart uit 1812 is het ontwerp te zien van het verdedigingswerk dat mogelijk op het oostelijke sluiseiland lag. Op het westelijke sluiseiland is op dit ontwerp de Napoleontische toren te zien. Deze verdedigingswerken werden gebouwd als onderdeel van een nieuwe verdedigingslinie rond Amsterdam. Buiten de toren bij Halfweg zijn er daarna echter geen nieuwe meer gerealiseerd. Omdat de fundering van deze toren nog intact aanwezig is, werd voor de aanleg van de doorstroomopening gekozen voor het oostelijke sluiseiland. De plaats waar het Rijnlands sluisje ligt, is een belangrijk historisch verkeersknooppunt. Het scheepsverkeer tussen het IJ en het Spieringmeer/Haarlemmermeer kon via deze sluizen door de Spaarndammerdijk varen. De Spaarndammerdijk liep vanaf de Haarlemmerpoort in Amsterdam, langs Sloterdijk, naar Spaarndam. Tegenwoordig is alleen het gedeelte tussen het recreatiegebied Spaarnwoude en Spaarndam nog in het landschap te zien. De ouderdom van de dijk is niet exact bekend, maar een eerste schriftelijke vermelding dateert uit 1253.

Aan weerszijden en tussen de twee sluiseilanden liggen drie sluizen, die gebouwd zijn in respectievelijk 1558, 1566 en 1583. Dit zijn de vervangers van twee houten sluizen die in 1492 werden gebouwd. In de 19de eeuw zijn de gewelven van de sluizen verwijderd. Sinds het elektrisch gemaal in 1977 in gebruik werd genomen zijn de sluisdeuren verwijderd en functioneren de sluizen niet meer als zodanig.

In de proefsleuf zijn de resten van enkele bakstenen vloer- of straatniveaus gevonden. Een van deze vloer-/straatniveaus is met afmetingen van 6,8 m bij minimaal 2 m relatief groot. De rand aan de noordzijde bestaat uit rode bakstenen, de rest van het vloer-/straatniveau bestaat voornamelijk uit gele ijsselsteentjes (formaat 17,5 x 8 x 3 cm). Dit niveau kan waarschijnlijk in verband worden gebracht met het Napoleontische aardwerk uit circa 1812. Bovenop het bakstenen niveau zijn zandige ophogingspakketten met een dikte van in totaal 1,75 m opgebracht. Omdat er op het diepst mogelijke vlak in de proefsleuven nog geen zicht was op de opbouw van de middeleeuwse Spaarndammerdijk, zijn enkele boringen gezet. Een van deze boringen reikte tot 3 m onder het derde en diepste vlak: 5,8 m onder het maaiveld (2,4 m onder N.A.P.). Net boven dat derde vlak was in het profiel de top van de middeleeuwse dijk zichtbaar. In de diepe boring werd echter de onderzijde van de dijkophogingen nog niet bereikt. De dijkophogingen dateren vermoedelijk uit de Late Middeleeuwen en bevatten kleizoden of kleibrokken. In de proefsleuven is geen voorloper van het huidige sluizencomplex gevonden, maar deze zou nog wel op grotere diepte kunnen liggen.  

ADC ArcheoProjecten, Jantien Verduin en T&A Survey, David Sam

<