Bouwconsortium Levvel (BAM, Van Oord en Rebel) werkt in opdracht van Rijkswaterstaat aan de versterking van de Afsluitdijk. Doel is de dijk over de hele lengte overslagbestendig te maken, zodat er bij een zware storm water over de dijk kan komen. Tijdens baggerwerkzaamheden voor dit project is, in een gebied waar geen explosieven verwacht werden, spontaan een zeemijn aangetroffen. Om de planning van het project te waarborgen heeft opsporingsbedrijf Bodac, dat in opdracht van Levvel al bezig was met onderzoek naar Ontplofbare Oorlogsresten (explosieven), T&A Survey gevraagd om ondersteuning te bieden. Inmiddels hebben Bodac en T&A al tien zeemijnen aangetroffen langs de Afsluitdijk.
Zwevende zeemijnen
De aangetroffen zeemijnen, van zowel Duitse als geallieerde makelij, zijn zeer waarschijnlijk in het gebied terechtgekomen door het zogenaamde “
mijnenvegen” tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Verankerde mijnen werden “geveegd” door het verankeringskabel door te snijden en kwamen zo bovendrijven. Vervolgens werden de mijnen van een afstand beschoten om ze te laten exploderen. Deze methode werkte echter niet altijd. Sommige zeemijnen raakten lek en gingen met het tij mee kilometers door het water “zweven” met als eindstation, zo blijkt nu, de Afsluitdijk.
Waterbodemdetectie
Het opsporingsgebied strekt zich uit langs de Waddenzee oever van de Afsluitdijk, tussen Kornwerderzand en Den Oever. Om te onderzoeken of er nog meer zeemijnen liggen, is de waterbodem onderzocht met vaartuigen uitgerust met detectieapparatuur. Dit leverde vele verdachte, metaalhoudende objecten op, waarvan stuk voor stuk moet worden uitgesloten dat het een zeemijn betreft.
Benadering vanaf duikwerkschepen
De gedetecteerde objecten zijn vanaf twee duikwerkschepen door duikers van Bodac en T&A nader onderzocht. De duikers zijn speciaal opgeleid en gecertificeerd voor het
opsporen en identificeren van Ontplofbare Oorlogsresten. De duikwerkschepen zijn voorzien van alle noodzakelijke voorzieningen om de werkzaamheden veilig en adequaat uit te kunnen voeren, zoals duikcontainers, slibpompen, spuitlansen en een kraan met poliepknijper die de duikers assisteert bij het verwijderen van basalt, slib en metaalhoudende benaderde objecten.
De
benadering is zeer complex, omdat de zeemijnen soms wel twee meter diep in de waterbodem liggen, deels onder de naoorlogs aangebrachte stortstenen. Als tijdens de benadering blijkt dat het object inderdaad een zeemijn is, wordt deze ter plekke veiliggesteld in afwachting van de
EODD. De aangetroffen zeemijnen bevatten circa 250 kg aan explosievenstof. Als een zeemijn tijdens graafwerkzaamheden ongecontroleerd tot ontploffing komt, is het leed en de schade voor personeel, materieel en de afsluitdijk als waterkering niet te overzien
Ruiming door EODD
Inmiddels heeft de EODD alle tien aangetroffen zeemijnen gecontroleerd laten ontploffen. Aangezien er nog objecten benaderd moeten worden, is het niet uitgesloten dat er nog een zeemijn tussen de gedetecteerde verdachte objecten zit. Als alle objecten geïdentificeerd en geruimd zijn, kunnen de werkzaamheden op en in de waterbodem rond de Afsluitdijk veilig worden voortgezet.