Geothermie of aardwarmte is het gebruik van warmte uit de kern van de aarde. Deze warmte kan worden ingezet voor verwarming of het opwekken van elektriciteit. De Nederlandse ondergrond biedt grote kansen, waardoor geothermie de potentie heeft om een belangrijke bijdrage leveren aan de binnenlandse energiebehoefte.
Bij geothermie wordt gebruik gemaakt van warm water uit watervoerende lagen of aquifers die zich bevinden vanaf een diepte van 500 meter. Voor de productie van dit warme water is een systeem nodig dat uit twee putten bestaat: een productieput en een injectieput. Uit de productieput wordt het warme water opgepompt en over een warmtewisselaar geleid. Via de injectieput stroomt het afgekoelde water weer terug in de bodem. Zo blijft de hoeveelheid water in de aquifer gelijk. Dit systeem wordt een geothermisch doublet genoemd.
500 - 1.500 m | Ondiepe geothermie: warmte voor warmtenetten, verwarming van kassen. | Tot circa 50⁰C |
1.500 - 4.000 m | Diepe geothermie: direct levering van warmte. | Circa 50-90⁰C |
> 4.000 m | Ultradiepe geothermie: industriële processen, opwekken van elektriciteit. | Circa 90-120⁰C |