Bij de afdeling historisch vooronderzoek stond het afgelopen jaar voor een groot deel in het teken van de Oude IJsselstreek in de Achterhoek. Onze experts voerden namelijk voor de gehele gemeente een vlakdekkend onderzoek Ontplofbare Oorlogsresten uit. Na het succesvol afronden hiervan heeft T&A ook opdracht gekregen het explosievenbeleid voor de gemeente op te stellen. Opdrachten als deze zijn vaak groot en gecompliceerd en vergen veel kennis en ervaring. Twee uitdagingen die kenmerkend waren voor dit gebied waren de grote hoeveelheden afgeworpen splinterbommen en het zien te achterhalen van oude locaties.
Gemeente Oude IJsselstreek ligt op de grens met Duitsland waardoor er de nodige oorlogshandelingen hebben plaatsgehad. Denk hierbij niet alleen aan neergestorte vliegtuigen of afgeworpen bommen maar ook aan vele beschietingen die de gemeente heeft moeten incasseren tijdens bevrijdingsgevechten in maart 1945. Door het grote aantal gebeurtenissen moesten er voor dit onderzoek veel soorten bronnen geraadpleegd worden. Na het uitpluizen van literatuur, archiefstukken, verhalen van bewoners, ruimingsrapporten van de EOD en luchtfoto’s is er voor net iets meer dan de helft van de gemeente aanwijzingen gevonden om verdacht gebied af te bakenen voor de mogelijke aanwezigheid explosieven.
Bevrijding
Op 28 maart 1945 trokken soldaten van de 2e Canadese Infanterie Divisie vanuit omgeving Emmerich de Nederlands-Duitse grens bij Megchelen over en trokken in de dagen hierna via Netterden, Gendringen en Ulft door naar Klein Azewijn en Etten om vervolgens door te stoten naar Doetinchem. Terborg werd via een tweede bevrijdingslijn bevrijd na een flinke strijd in het noorden van Silvolde waarna ook deze Canadese troepen verder trokken naar Doetinchem. De Britten van de 43e Infanterie Divisie trokken in dezelfde periode vanuit Millingen en Anholt de grens bij Megchelen en Breedenbroek over. Ze bevrijdden Sinderen, Varsseveld en Westendorp om vervolgens eveneens verder naar het noorden te trekken.Tijdens de bevrijding en de voorbereiding die hieraan voorafging werd vooral de omgeving van Megchelen en Netterden tot aan Terborg getroffen door geallieerde artilleriebeschietingen en luchtbombardementen. Honderden stuks munitie die na de oorlog werden gevonden zijn stille getuigen hiervan. Meer naar het (noord)oosten hebben ook Breedenbroek, Sinderen en Varsseveld het niet makkelijk gehad. Op geraadpleegde luchtfoto’s zijn hier vele inslagen van artillerie te zien. Uiteindelijk was op 1e Paasdag 1 april 1945 de hele Oude IJsselstreek bevrijd en kon men aan de wederopbouw beginnen.
Splinterbommen
Reeds voordat de geallieerden de grens overstaken heeft de gemeente zoals gezegd al het nodige te lijden gehad. Er zijn niet alleen reguliere brisantbommen afgeworpen maar ook uitzonderlijk grote hoeveelheden zogenaamde splinter- of fragmentatiebommen. Bij Varsseveld, Gendringen en Megchelen zijn hiervan sporen zichtbaar op luchtfoto’s (zie afbeelding hieronder). Deze splinterbommen werden op 25 maart 1945 door de Britse Royal Air Force afgeworpen met als doel Duitse opstellingen onschadelijk te maken zodat de optrekkende geallieerden zo veilig mogelijk konden oprukken. Na de Tweede Wereldoorlog zijn tientallen van deze bommen in de omgeving geruimd.
Op onderstaande luchtfoto uitsnede zijn de kraters van een cluster 20-lbs splinterbommen zichtbaar net ten noordoosten van Megchelen.
Oude locaties achterhalen
De gemeente Oude IJsselstreek is een landelijke gemeente, die veelal uit dorpen, buurtschappen en losse boerderijen bestaat. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog hadden woningen in dit gebied vaak geen adres zoals wij dat nu kennen. Wanneer in het archief een schademelding voor een woning werd aangetroffen moet het adres van deze woning als het ware worden ‘omgerekend’, een tijdrovend proces dat een terugkerende factor was tijdens het onderzoek. Zo waren de adressen van de voormalige gemeentes Wisch en Gendringen in de oorlog nog niet aangepast naar straten met huisnummers maar bestonden nog uit de oude wijknummering waarbij ieder pand een unieke code had bestaande uit een wijkletter of wijknaam en een nummer. Zo werd Veldhunten 10 in de jaren ’50 omgenummerd naar Hoofdstraat 18 en nog later naar Berghseweg 10. In veel gevallen werden locaties van oorlogshandelingen zelfs niet met een adres aangegeven maar alleen met een (oude) boerderijnaam of de naam van de bewoners: “Joh. Heyink op Groot Buevink door een bom doodelijk getroffen”.Door kruislingse verbanden te leggen tussen bewonerslijsten, huisomnummeringslijsten, oude kaarten en kadastrale aanduidingen zijn de meeste locaties succesvol achterhaald. Zonder al deze bronnen zou er voor een groot deel van de gebeurtenissen geen goede analyse gemaakt kunnen zijn. De diverse boeken, huisomnummeringslijsten, oude kaarten, kadastrale stukken en gegevens van lokale (amateur) historici waren daarbij absoluut onontbeerlijk.
Beleid
Uit het vooronderzoek is gebleken dat er in een groot deel van de gemeente mogelijk nog explosieven uit WOII te verwachten zijn. De gemeente heeft T&A daarom ook gevraagd om beleid op te stellen om hiermee om te gaan. Wanneer er grondroerende werkzaamheden gepland zijn binnen een verdacht gebied wordt er in dit beleid uitgelegd wat de verschillende mogelijkheden zijn ten aanzien van vervolg onderzoek. Hierbij wordt rekening gehouden met de naoorlogse werkzaamheden en met het type geplande werkzaamheden. Naast uitgebreide uitleg en advies bevat het beleid ook een makkelijk te volgen stroomschema zodat altijd duidelijk is hoe men verder moet.
Het onderzoek in de Oude IJsselstreek was een van de meer uitdagende gemeentebrede projecten die onze vooronderzoekers voor de kiezen kregen, maar is desalniettemin met succes afgerond. Benieuwd wat T&A voor uw gemeente kan betekenen? Klik dan hier of neem direct contact op!